Trombose



Wat is trombose?

Trombose ontstaat als er op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats bloedstolling plaatsvindt. Onder normale omstandigheden regelt ons lichaam dat er geen onnodige bloedstolsels worden gevormd, maar bij trombose is dit evenwicht niet in balans. Tromose kan onstaan als de bloedvaten aan de binnenkant niet glad meer zijn of als het bloed een veranderde samenstelling heeft. 



Wanneer een stukje van een stolsel in zijn geheel in de vaatwand is losgeraakt, wordt dit meegevoerd in de bloedstroom en kan het vastlopen in een ader of slagader. Er is dan spraken van een embolie. In de hersenen heet dit een hersenembolie, in de longen een longembolie. 


hersen- of longembolie




Trombose kan verschillende oorzaken hebben. 
Zo kan trombose ontstaan als de kwaliteit van de bloedvaten niet goed is, zoals bij slagaderverkalking. Roken, een hoog cholesterolgehalte, suikerziekte en hoge bloeddruk spelen hierbij een belangrijke rol.  Trombose kan ook ontstaan als de bloedstroom vertraagd is, zoals bij langdurige bedrust of na een operatie. Ook een andere samenstelling van het bloed kan een trombose veroorzaken, bijvoorbeeld bij mensen die een tekort aan remmers van de bloedstolling hebben of een teveel aan bloedcellen.
Vaak hebben mensen met trombose een combinatie van risicofactoren.
oorzaken trombose

De gevolgen van trombose verschillen op verschillende plekken in het lichaam.

Het hart:

-Onregelmatige hartslag
Door onregelmatig of onvolledig samentrekken van het hart, kan er een bloedstolsel in het hart ontstaan. Als dit losschiet en ergens anders in het lichaam terrecht komt, kunnen de kleinere bloedvaten vastlopen. Dit is dus de eerder genoede embolie. 

Hartklepafwijking: wanneer een van de hartkleppen beschadigd is en niet meer goed kan finctioneren, kan het voorkomen dat een stolsel op de hartklep ontstaat. Een cardioloog kan in een vroegtijdig stadium antistollingsmiddelen voorschrijven om de vorming van trombose op een hartklep als deze te voorkomen.
Nieuwe hartklep: wanneer een hartklep zo ernstig beschadigd is dat hij niet meer goed kan functioneren, kan er worden besloten dat de zieke hartklep wordt vervangen door een nieuwe. De nieuwe hartklep kan van een menselijke donor zijn, maar ook van dierlijk materiaal of kunststof. Als iemand een kunststof hartklep heeft gekregen is het wel heel belangrijk om te zorgen dat deze nieuwe hartklep geen trombose krijgt. Omdat het lichaamsvreemd materiaal is kan het bloed de neiging hebben om er op te gaan stollen. 
Hartinfarct : als er vernauwingen in de kransslagaders optreden kan het hart onvoldoende zuurstof krijgen. Als een van de takken van de kransslagaders helemaal word afgesloten, ontstaat er een hartinfarct.

De hersenen:

In de hersenen kan een hersenembolie en een herseninfarct ontstaan. Als een stuk van een stolsel of een stolsel in zijn geheel loslaat kan dit vastlopen ergens in de verderop gelegen slagader van de hersenen. Dan spreken we van een hersenembolie.

Wanneer een embolie een slagader van de hersenen afsluit, kan dit de aanleiding zijn voor een herseninfarct. De grootte en de plaats van het bloedvat bepalen mede de ernst van het infarct. Iemand kan bewusteloos raken, spraakstoornissen hebben of verlamt zijn. Als deze verschijnselen zich oplossen binnen 24 uur noemen we dit een TIA, als de gevolgen blijvend zijn noemen we het een CVA.

Ook in het been kunnen er gevolgen onstaan. We noemen dit een trombosebeen en de gevolgen hiervan zijn een warm, dik en rood been, soms glanzende huid. Het kan ook pijn doen en de klachten kunnen toenemen over de dagen heen, maar het kan ook ineens uit het niets komen. De klachten van een trombosebeen kunnen onder controle worden gehouden met medicijnen maar het moet wel in de gaten worden gehouden!

Hoe begeleid je als MZ-er iemand met trombose?

Lichamelijk:

Zorg er samen voor dat de levensttijl van de cliënt gezond is. Niet roken en gezond eten kunnen veel schelen en trombose misschien zelfs voorkomen. Als je cliënt al trombose heeft,is het heel belangrijk om te zorgen dat de juist maatregelen zijn getroffen aangepast op de behoeften van de cliënt. Ook is het heel belangrijk om te zorgen dat het probleem goed in de gaten word gehouden. Er is zelfs een speciale trombosedienst die de stand van zaken op een professionele manier in de gaten houdt. Zorg als MZ-er vooral dat deze dingen goed geregeld zijn en bespreek ze dan ook met je cliënt.

Geestelijk en sociaal zijn er ook best veel gevolgen voor iemand met trombose. Afhankelijk van de situatie, treden er vaak gevoelens van onzekerheid en lusteloosheid op. Het hangt natuurlijk helemaal van de cliënt zelf af, maar sommige kunnen zich echt depressief gaan voelen als trombose ineens in hun leven komt. Hierbij is praten het allerbelangrijkste, misschien zelfs met een psycholoog erbij. De gemoedstoestand is iets dat door artsen vaak vergeten word maar wel degelijk heel belangrijk is om rekening mee te houden. Ondersteun je cliënt door te zorgen voor afleiding, zorg dat hij/zij een hobby of passie heeft die kan dienen als uitlaatklep voor alle negatieve gevoelens die kunnen opspelen. Ook wil een dagbesteding vaak helpen tegen het komen van een sociaal isolement. Zorg voor voldoende activiteiten met vrienden en familie, zodat het hoofd van de cliënt niet steeds bij de trombose blijft hangen. 



Trombose moet goed worden behandeld en er is een diagnose nodig. De symptomen herkennen is erg belangrijk, om de verdere behandeling goed aan de persoon aan te passen. Een luisterend oor bieden is er belangrijk, omdat mensen met trombose vaak pijn hebben. Waardoor de kans op weinig sociaal contacten, omdat sommige mensen de deur niet meer uit kunnen.

Als je meer wilt weten over wat trombose precies doet met je gemoedstoestand, bekijk dan dit forum eens. Hier praten lotgenoten met elkaar over hoe zij de geestelijke gevolgen van trombose ervaren, heel interessant!

http://www.trombose.nl/lotgenoten/toonbericht.asp?M_ID=37506